Het begrijpen en verminderen van de CO₂-voetafdruk van je bedrijf is allang geen nichekwestie meer. Het is een strategische prioriteit. Of je nu werkt aan naleving van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), je wilt aansluiten bij het Science-Based Targets initiative (SBTi), of proactief verantwoordelijkheid neemt voor je milieu-impact: een CO₂-meting is de logische eerste stap.
Maar wat komt er eigenlijk kijken bij het meten van de uitstoot van je bedrijf?
In deze gids vind je een helder, vijfstappenplan voor het uitvoeren van een CO₂-assessment dat praktisch, transparant en afgestemd is op wereldwijde standaarden. Of je nu vanaf nul begint of je huidige aanpak wilt verbeteren, deze stappen geven je een solide basis.
Stap 1: Bepaal de scope van je assessment
De eerste stap draait om helderheid: bepalen wat je precies gaat meten. Dit noemen we het afbakenen van de scope, en dat houdt in dat je zowel organisatorische als operationele grenzen vaststelt.
Organisatorische grenzen bepalen welke onderdelen van je bedrijf worden meegenomen in de assessment. Dit kan gebaseerd zijn op eigendom, operationele controle of financiële controle.
Operationele grenzen hebben betrekking op de soorten emissies die je meeneemt. Deze worden meestal gecategoriseerd in drie scopes zoals gedefinieerd door het GHG Protocol:
Scope 1: directe emissies uit bronnen die je zelf bezit of controleert, zoals bedrijfswagens of verbranding op locatie.
Scope 2: indirecte emissies door ingekochte elektriciteit, warmte, stoom of koeling.
Scope 3: alle andere indirecte emissies in de waardeketen, zoals bij leveranciers, transport, zakenreizen, afvalverwerking en productgebruik.
Hoewel Scope 1 en 2 relatief eenvoudig zijn, vormen Scope 3-emissies vaak het grootste deel van de totale uitstoot van een bedrijf – en bieden ze ook de meeste kansen voor verbetering.
👉 Wil je meer weten over scope 1-2-3 emissies? Lees dit artikel.
Stap 2: Verzamel activiteitsdata
Met je scope bepaald, is de volgende stap het verzamelen van operationele gegevens—ook wel activiteitsdata genoemd—die de basis vormen voor je emissieberekening. Het doel is om vast te leggen wat je bedrijf allemaal doet dat leidt tot uitstoot van broeikasgassen.
Voorbeelden van relevante data zijn:
Elektriciteits- en gasverbruik uit energiefacturen
Brandstofverbruik van voertuigen of machines
Reisactiviteiten zoals vluchten, treinritten en woon-werkverkeer
Inkoopvolumes of uitgaven voor grondstoffen en goederen
Hoeveelheid afval en de verwerkingswijze
De kwaliteit van je data bepaalt de kwaliteit van je assessment. Verzamel waar mogelijk daadwerkelijke verbruiksgegevens in plaats van aannames. Als je moet werken met schattingen of proxydata, zorg dan dat je die transparant documenteert en aangeeft waar verbetering nodig is.
Stap 3: Zet activiteitsdata om in uitstoot
Zodra je activiteitsdata compleet is, kun je die omzetten naar meetbare emissies, meestal uitgedrukt in CO₂-equivalenten (CO₂e). Dit doe je met behulp van emissiefactoren.
Een emissiefactor geeft aan hoeveel CO₂ er vrijkomt per eenheid activiteit. Bijvoorbeeld: één kilowattuur elektriciteit levert een bepaalde hoeveelheid CO₂ op, afhankelijk van de gebruikte energiemix.
Betrouwbare bronnen voor emissiefactoren zijn:
Gebruik waar mogelijk emissiefactoren die specifiek zijn voor je sector of land. Veel digitale tools laten je deze databases automatisch integreren, wat het proces versnelt en reproduceerbaar maakt.
👉 Meer leren over emissiefactoren? Lees dit artikel.
Stap 4: Analyseer en interpreteer de resultaten
Tijd om te begrijpen wat je data je vertelt. In deze fase analyseer je de uitkomsten van je assessment en ontdek je waar je de meeste impact kunt maken.
Mogelijke inzichten:
Eén productlijn blijkt verantwoordelijk voor een groot deel van de uitstoot
Grondstoffen van een specifieke leverancier hebben een hoge CO₂-voetafdruk
Elektriciteitsverbruik of zakenreizen zijn de grootste bronnen van uitstoot
Scope 3-emissies zijn vele malen groter dan Scope 1 en 2 samen
Het visualiseren van je data—bijvoorbeeld in grafieken of dashboards—helpt om de inzichten duidelijk over te brengen aan interne teams of externe stakeholders. Het doel: van data naar inzicht, van inzicht naar actie.
Stap 5: Stel doelen en onderneem actie
Nu je een duidelijk beeld hebt van je uitstoot, kun je plannen gaan maken. Het stellen van reductiedoelen maakt van je CO₂-assessment een strategie in plaats van een rapport.
Je doelen kunnen zijn:
Absolute doelen: bijvoorbeeld 40% minder uitstoot in 2030
Intensiteitsdoelen: bijvoorbeeld minder uitstoot per euro omzet of per verkocht product
Science-based targets: doelen die aansluiten bij het beperken van de opwarming tot 1,5°C
Gebruik kaders zoals het Science-Based Targets initiative of UN Race to Zero voor het opstellen van geloofwaardige doelen.
Van daaruit kun je concrete acties formuleren, zoals:
Overstappen op groene stroom
Je wagenpark elektrificeren
Logistieke processen optimaliseren
Samenwerken met leveranciers voor duurzame alternatieven
Vergeet niet om een proces op te zetten om voortgang te meten. Zo houd je grip op je strategie, blijf je transparant, en werk je continu aan verbetering.
Tot slot
Een CO₂-assessment is meer dan alleen een meetoefening. Het is een opstap naar slimmere keuzes, betere rapportages en een toekomstbestendig bedrijfsmodel.
Door de vijf stappen te volgen, scope bepalen, data verzamelen, emissies berekenen, analyseren en doelen stellen, leg je een stevige basis voor je klimaatstrategie. Of je dit nu doet vanwege regelgeving, concurrentievoordeel of leiderschap: het begint met meten.
En het mooie is: die eerste stap wordt veel makkelijker met een gestructureerde aanpak. Wie weet ontdek je onderweg niet alleen waar het misgaat, maar vooral ook waar de kansen liggen.
Op zoek naar extra informatie?
Bekijk onze FAQ-gids.